Totaal aantal pageviews

zaterdag 29 januari 2011

Schulden: de stand van zaken.

De Monitor Betalingsachterstanden heeft als doel aan te geven hoe groot het aantal huishoudens met betalingsachterstanden is, wat de kenmerken zijn van de betalingsachterstanden en welke achtergrondkenmerken de huishoudens met betalingsachterstanden hebben. De monitor verschijnt sinds 2008 jaarlijks, in december. Wat valt er te melden over schulden in Nederland, anno 2010?
Met inbegrip van de 32.000 WSNP-trajecten zijn er in Nederland ruim 1,89 miljoen huishoudens waarin minimaal sprake is van een van de onderzochte vormen van betalingsachterstanden. Dit zijn  achtereenvolgens: achterstallige rekeningen om financiële redenen, krediet of lening, afbetalingsregeling, vaak of regelmatige roodstand en creditcardschulden. Op een totaal van ruim 7,1 miljoen huishoudens blijkt dit 26,7% te zijn.

Hoe vaak komen de verschillende typen betalingsachterstanden voor?
  • achterstallige rekeningen vanwege financiële redenen (in de laatste 12 maanden: 534.000 huishoudens, op dit moment: 273.000)
  • krediet of lening (op dit moment: 1.044.000, exclusief hypotheken)
  • afbetalingsregeling (afgelopen 12 maanden: 332.000 en op dit moment: 184.000)
  • regelmatig rood staan (in de afgelopen 12 maanden: 987.000)
  • creditcardschuld (op dit moment gespreide afbetalingsregeling: 102.000).
Uit deze opsomming blijkt al dat schulden erg divers kunnen zijn. Niet alle hierboven genoemde schulden hoeven problematisch te zijn. Het is een heel verschil of je een lening hebt afgesloten voor een auto, die je binnen je budget gemakkelijk kunt aflossen, of dat je de huur niet betaald hebt omdat je het geld er niet voor hebt.


Het rapport bevat een groot aantal cijfers die erg de moeite waard zijn voor wie zich interesseert voor de gevolgen van de economische crisis op het microniveau. Denk aan schuldhulpverleners en mensen die zich bezig houden met de preventie van schulden. 

De globale conclusie van het rapport kan zijn dat het aantal huishoudens met schulden gestegen is ten opzichte van 2009 maar iets gedaald ten opzichte van 2008. Het rapport beschrijft alleen maar en geeft geen verklaringen, maar mogelijk zijn mensen na het begin van de economische crisis (in 2008)voorzichtiger geworden waardoor het aantal huishoudens met schulden in 2009 gedaald is en hebben mensen nu het gevoel dat ze toch weer wat meer risico kunnen nemen.

Veel interessante cijfers dus. Zo heeft bijvoorbeeld 10% van de huishoudens (meer dan 700.00 huishoudens) in het afgelopen jaar een achterstallige rekening gehad. Bij bijna tweederde daarvan had dat een financiële reden (dus geen vergeetachtigheid of slordigheid). Van die tweederde had iets meer dan de helft op het moment van het onderzoek een achterstallige rekening. In totaal ging het daarbij om 273.000 huishoudens.

De meeste achterstanden hadden, opmerkelijk genoeg, te maken met terugbetalingen aan de Belastingdienst. Ik vermoed dat je daarbij vooral moet denken aan teveel ontvangen zorgtoeslag en huurtoeslag. Zorg- en huurtoeslag worden toegekend op basis van de inkomensgegevens op het moment van aanvragen (of, als iemand in het jaar ervoor ook al een toeslag had, de gegevens aan het begin van het jaar). Vaak blijkt achteraf dat iemand over een heel jaar toch meer inkomen had dan vooraf verwacht, dan moet hij of zij terugbetalen. Het kan bijvoorbeeld zijn dat iemand in de loop van het jaar meer is gaan verdienen. Maar het kan ook voorkomen dat iemand is gaan samenwonen met een partner die ook inkomen heeft. In dat geval wordt zijn/haar inkomen ook meegerekend. En helaas komt het ook nog te vaak voor dat de Belastingdienst gewoon fouten maakt. Ik had een ouder echtpaar geholpen bij de aangifte voor de inkomstenbelasting en daarbij gezien dat hun meerderjarige zoon weer ben hen ingetrokken was. Omdat zijn inkomen nu ook meetelde moest de huurtoeslag stopgezet worden. Dat gebeurde, maar vervolgens ging de Belastingdienst drie maanden later weer spontaan over tot betaling. Niet iedereen heeft dat op tijd door of begrijpt waar het bedrag mee te maken heeft. Het is triest dat de overheid zelf op deze manier bijdraagt aan het verergeren van de schuldenproblematiek.

Wat betreft de leningen valt op dat aantal huishoudens met een lening ten opzichte van vorig jaar met 23% gestegen is en dat het gemiddelde bedrag van een persoonlijke lening of doorlopend krediet zelfs met 36% gegroeid is.  Verrassend vond ik ook het grote aantal mensen met een lening bij familie en kennissen: 4% of 287.000 huishoudens. Gemiddeld geleend bedrag: 8000 euro. Aan de andere kant moet ik zeggen dat het wel past in de uitkomsten van het onderzoek dat ik doe naar schuldhulpverlening aan psychiatrische patiënten. De grote rol van familie en kennissen viel me ook daar op: in het voortraject naar de hulpverlening (via praktische hulp, geldelijke steun en soms zelfs voedselhulp), maar ook als de cliënt afgehaakt was in de hulpverlening. Vooral ouders (ook van volwassen kinderen) bleken vaak de op maat gesneden budgetbegeleiding te kunnen bieden die de professionele hulpverlening niet kon geven. Merkwaardig hoe overal in de hulpverlening gebruik gemaakt wordt van eigen kracht en van het netwerk van de cliënt, behalve in de schuldhulpverlening!

Wie lopen de meeste kans om in de schulden te komen? Daarover is het rapport niet helemaal eenduidig. Het varieert, al naar gelang het type schuld.

Mensen met een inkomen tot modaal hebben (veel) vaker achterstallige rekeningen en leningen bij familie en kennissen. Alleenstaanden met kinderen hebben het vaakst achterstallige rekeningen, een persoonlijke lening of een doorlopend krediet. Stellen zonder kinderen hebben de kleinste kans om in de schulden te komen. Kortom: kinderen vormen een risico voor een evenwichtig budget. Waarom verbaast dit mij niet?

Tenslotte is er ook gekeken naar etniciteit. De kans dat allochtonen een achterstallige rekening hebben is 5 tot 9 keer zo groot dan bij autochtonen. De kans dat ze geld geleend hebben bij vrienden of familie is 9 keer zo groot en de kans dat ze een studielening hebben 2 keer zo groot. Ook de kans dat men een afbetalingregeling heeft voor huishoudelijke apparatuur is groter. Het aantal doorlopende kredieten daarentegen is even groot als bij autochtonen.

Ondertussen is er nog geen schuldhulpverleningswet. Onlangs beschreef ik al de grote lijnen van deze wet. De behandeling ervan in de Tweede Kamer is nu uitgesteld tot 1, 2 en 3 maart. Ondertussen zijn er al wel de nodige schoten voor de boeg gegeven. Staatssecretaris De Krom voelt er niets voor om een moratorium op te nemen in de wet, een afkoelingsperiode waarin schuldeisers hun incassopogingen moeten staken om de hulpverlening de kans te geven om met een voorstel te komen. CDA en PvdA zijn wel voor. Verder wil hij gemeenten de ruimte laten om schuldhulpverlening te weigeren aan mensen die voor de zoveelste keer terugkomen bij de schuldhulpverlening. Dat klinkt mooi, maar in het geval van bijvoorbeeld een gezin met kinderen dat op straat gezet wordt zal het probleem toch weer bij de gemeente op het bordje komen. Daarnaast is de schuldhulpverlening, met een succesratio van 9%, nog niet zo effectief dat je kunt zeggen dat het mislukken van een schuldregeling altijd te wijten is aan de cliënt.

Staatssecretaris De Krom
Een voorbeeld van dat gebrek aan kwaliteit: de Ombudsman had vanavond een item over misstanden bij de KBR (Kredietbank Rotterdam). Omdat er geen wachtlijsten mogen zijn wordt bijna iedereen direct bij aanmelding op een budgetbeheersrekening gezet. Alle inkomsten gaan naar de KBR en de klant krijgt een beperkt weekgeld. Vervolgens gebeurt er echter niets meer. Schuldeisers horen niets en de schulden lopen op door incassokosten en rente. De cliënt houdt zelf te weinig over om de schuldeisers nog te betalen. In de uitzending was het voorbeeld te zien van een man die na anderhalf jaar te horen kreeg dat de KBR hem niet kon helpen. Maar ondertussen waren de schulden wel opgelopen. Overigens was het verder een nietszeggende uitzending. We kregen drie cliënten te zien die hun beklag deden over de werkwijze van de KBR. Maar ook bij een goed functionerende kredietbank zijn altijd wel drie cliënten (en een gemeenteraadslid van de SP) op te duikelen die vinden dat ze onrechtvaardig behandeld zijn. En de manager van de KBR kon doodgemoedereerd verklaren dat het normaal is dat schulden oplopen als een klant hulp ingeroepen heeft van een kredietbank. Daar werd nauwelijks over doorgevraagd. Alsof je naar een kredietbank zou gaan als je zou weten dat je schulden daar alleen maar oplopen! Het was jammer dat we geen inzage kregen in de dossiers. Nu was het het verhaal van de cliënt  tegenover dat van de manager.




mr. Schruer

Een laatste punt dat de aandacht van de politiek heeft is de preventie. Als middel daartoe zou een Landelijk Informatiesysteem Schulden ingezet moeten worden. In zo’n systeem zouden banken en financieringsmaatschappijen kunnen nakijken of iemand, die voor een lening komt, ergens anders al schulden heeft. Het LIS zou breder van opzet worden dan het bestaande Bureau Kredietregistratie, waarin alleen kredieten (leningen, koop op afbetaling etc.) opgenomen zouden worden. Een eerste opzet, waarin banken, financieringsmaatschappijen, energiebedrijven, woningcorporatie, gemeenten, Leger des Heils en schuldhulpverleners samen zouden werken, kon echter niet voldoen aan de wettelijke vereisten rond privacy.
Nu wil de Kamer dat een alternatief van een commercieel bedrijf,  Experian, uitgewerkt gaat worden. Daarmee konden we wel eens van de wal in de sloot komen als het om privacy gaat, betoogt mr. Schruer, een autoriteit op het gebied van schuldhulp, op haar blog.
Het blijft dus nog even spannend wat er in de schuldhulpverlening gaat gebeuren. Als er geen moratorium komt en als gemeenten de vrijheid blijven houden om cliënten te weigeren, kun je je afvragen wat er in de schuldhulpverleningspraktijk van alledag verandert.

Download hier de monitor betalingsachterstanden 2010.
Download hier het Armoedesignalement 2010.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten