Totaal aantal pageviews

dinsdag 11 januari 2011

In Nederlands én Turks vaardige jongeren integreren het best

Ik houd van onderzoeken met een verrassende uitkomst. Algemeen wordt gedacht dat het voor allochtone jongeren het best is om zoveel mogelijk Nederlands te spreken. Dat is goed voor hun beheersing van het Nederlands. Niet volgens Nadia Eversteijn

Turks-Nederlandse jongeren die de grootste woordenschat in het Turks hebben, beschikken óók over de grootste Nederlandse woordenschat. En zij die de meeste interesse tonen in de Turkse cultuur, zijn ook het meest betrokken bij de Nederlandse cultuur. De huidige politieke focus op alléén Nederlands, kan integratie juist in de weg staan, stelt Nadia Eversteijn, die op 14 januari promoveert.


De Turkse gemeenschap in Nederland krijgt soms kritiek om haar sterke oriëntatie op de taal en cultuur van het land van herkomst. Promovenda Nadia Eversteijn sprak met vijftig Turks-Nederlandse jongeren en toont aan dat beide talen een onmisbare rol spelen in hun dagelijks leven. Ze wisselen Turks en Nederlands voortdurend af, afhankelijk van de gesprekspartner en omstandigheden (codeswitching).

Als dat nodig is, houden de tieners de talen prima gescheiden. Maar met leeftijdsgenoten onder elkaar vervagen de grenzen tussen beide talen soms volledig: ze mixen de woorden dusdanig, dat er een soort onafhankelijke, derde taal ontstaat.


Eversteijn toont aan dat degenen die het sterkst zijn in het Turks, ook het sterkst zijn in het Nederlands. Jongeren die de meeste interesse tonen in de Turkse cultuur, hebben ook de meeste belangstelling voor Nederlandse cultuur, zoals blijkt uit lees- en mediagedrag. Ze stelt dat integratie niet een keuze is tussen twee talen en twee culturen, maar eerder een kwestie is van goede kennis van beide.

Ik heb het onderzoek van Eversteijn nog niet gelezen. Ik neem aan dat ze meer heeft gedaan dan alleen maar kijken hoe goed jongeren zijn in de Nederlandse taal en hoe goed ze zijn in de Turkse taal en die twee dan tegen elkaar afzetten. Want op zich zou het natuurlijk heel goed kunnen zijn dat die twee gewoon een gemeenschappelijke oorzaak hebben, namelijk interesse in cultuur en taal in zijn algemeenheid. Wie geinteresseerd is in de ene taal is waarschijnlijk ook geinteresseerd in andere talen. En wie goed is in een taal is vaak ook goed in andere talen.  Dan hoeft het dus niet zo te zijn dat een goede beheersing van de Turkse taal ook leidt tot een betere beheersing van het Nederlands, maar gaan ze gewoon samen. Maar ik neem aan - het gaat immers om een academisch proefschrift - dat ze meer heeft gedaan dan alleen maar de taalbeheersing in het Turks en in het Nederlands meten.

Overigens is het wel grappig dat de conclusie van Eversteijn, dat integratie een kwestie is van een goede beheersing van beide culturen, precies de gedachte was achter het onderwijs in eigen taal en cultuur (OETC) , dat eind jaren '90 op de meeste basisscholen een zachte dood stierf, niet alleen vanwege het veranderende maatschappelijke klimaat, maar ook vanwege de vaak belabberde uitvoering. Zie onder meer "Het partiële gelijk. Controverses over het onderwijs in de eigen taal en cultuur en de rol daarbij van beleid en onderzoek" , een - toen al - kritische bespreking van het OETC. 


Nadia Eversteijn (Eindhoven, 1973) studeerde Taal- en Cultuurstudies aan de Universiteit van Tilburg. Zij geeft nu advies over meertalig opvoeden, onder andere bij de website Ouders Online. Het onderzoek werd mede gefinancierd door NWO


bron: Universiteit van Tilburg

Geen opmerkingen:

Een reactie posten