Totaal aantal pageviews

zaterdag 19 februari 2011

Geestelijke weerbaarheid en de WMO


Jaap van Praag

Eergisteren, 17 februari, was het 65 jaar geleden dat het Humanistisch Verbond werd opgericht door Jaap van Praag (nee, niet de legendarische oud-voorzitter van Ajax). Van Praag, geboren in 1911, studeerde letteren en filosofie. Als jood moest hij in de oorlog onderduiken. In die tijd schreef hij het boek “Modern humanisme: een renaissance?” In dat boek legde hij de theoretische basis voor het latere Humanistisch Verbond
Geestelijke weerbaarheid vormde een kernbegrip in het denken van Van Praag. Hij vroeg zich af hoe het kon dat zoveel mensen blind achter het nationaalsocialisme aan hadden gelopen. Volgens hem had dat te maken met een gebrek aan geestelijke weerbaarheid.
“Geestelijke weerbaarheid” heeft een wat oubollige bijklank. Het doet denken aan de jaren vijftig en – nog verder terug – de Morele Herbewapening Het valt dan ook niet mee een goede omschrijving te vinden. Geestelijke weerbaarheid heeft echter te maken met kritisch denken,  met een levenshouding die mensen weerbaar maakt tegen de verleiding van meelopen met massa,  tegen de druk van de media en de markt en tegen de druk van politiek populisme van links en van rechts.
Van Praag benadrukte het belang van de twijfel aan waarheden én aan jezelf. Hij vond het essentieel om de dialoog aan te gaan met andere levensbeschouwingen.
Guy Verhofstadt
Ik ben geen liberaal (hoewel; misschien moet ik nog uit de kast komen) maar een van de meest inspirerende teksten die ik de afgelopen jaren gelezen heb was “Tegen het stamgevoel” van de Vlaamse liberaal en oud-premier Guy Verhofstad, nog terug te lezen (leve dagblad Trouw!) op internet. Verhofstadt breekt, net als Van Praag, een lans voor het kritische denken. Hij keert zich tegen de gesloten denksystemen die terugkijken naar een verleden waarin alles beter was of streven naar een heilsstaat in de toekomst. Maar impliciet levert hij ook commentaar op het huidige neoliberale denken waarin het vooral gaat om vrijheid in de betekenis van “Bemoei je d’r niet mee!”
Blijkbaar is het toch niet zo’n stoffig begrip als op het eerste gezicht wel lijkt. De Universiteit voor Humanistiek, de “huisuniversiteit” van het maatschappelijk werk, heeft een onderzoeksgroep ingesteld die, onder leiding van professor Joachim Duyndam, het begrip moet actualiseren.
Ik vroeg me af wat het raakvlak zou kunnen zijn met begrippen als empowerment en zelfregie, die tegenwoordig zo centraal staan in de WMO en in Welzijn Nieuwe Stijl. Zou zelfregie of Eigen Kracht de hedendaagse variant kunnen zijn van geestelijke weerbaarheid?
Dat hangt er van af hoe dat empowerment ingevuld wordt. In een artikel in de American Psychologist komen Cattaneo en Chapman tot een definitie van empowerment op basis van zes componenten:
-         persoonlijke, betekenisvolle en op vergroting van invloed gerichte doelen
-         self-efficacy
-         kennis
-         vaardigheid
-         actie
-         impact
Maar op basis van deze definitie zou er ook sprake van empowerment kunnen zijn als Marokkaanse jochies een lesbisch stel uit de buurt weten weg te pesten. Of als een buurtbewoner met succes bezwaar weet aan te tekenen tegen het kleuterdagverblijf waar de kinderen altijd zo hard schreeuwen als ze buiten spelen. Met andere woorden: het empowermentbegrip – in ieder geval zoals dat hier is ingevuld – mist “richting”, mist een waardenkader.
Ik vind het empowermentbegrip zoals dat tegenwoordig in veel gemeenten gehanteerd wordt een problematisch begrip. Betuttelen mag niet meer. De burger moet empowered worden. En hij moet participeren. Maar als die burger er voor kiest om niet te participeren in de samenleving; om zich niet met zijn buren te bemoeien, wat dan?

Wat ik problematisch vind in het bovenstaande is dat het – juist door het gebrek aan invulling - gebaseerd lijkt op een opvatting van het begrip autonomie die vooral uitgaat van negatieve vrijheid (“vrij zijn van…”) en niet-inmenging. Zo’n opvatting van vrijheid leidt tot veel uitwassen die we tegenwoordig zien: hedonisme, egoisme, het dikke-ik, 130-kilometer-per-uur-rijden-omdat-ik-dat-wil, bij-de-buurvrouw-door-de-brievenbus-pissen.  Overigens wil ik met deze kleine bloemlezing niet suggereren dat “links” van smetten vrij is: de cartoon op Joop.nl met Wilders als kampbeul was beneden alle peil. De weigering om dat te erkennen maakte het alleen maar erger. Niet dat ik zoveel op heb met de man, maar als de fatsoenlijke mensen nu ook al mee gaan in zijn gedrag verdubbel je zijn impact. Zoals Marcus Aurelius al zei: de beste manier om wraak te nemen op je vijand is niet te worden zoals hij. Wilders rekent hem vast tot de linkse elite.  
Joachim Duyndam
Duyndam, Poorthuis en De Wit zeggen in hun boek Humanisme en Religie dat dit verschijnselen zijn die juist wijzen op een gebrek aan autonomie. “Terwijl het liberalisme de vrijheid als zelfbeschikking propageert, worden mensen steeds minder vrij. Ze beschikken in feite steeds minder over zichzelf en er is vooral inmenging van de zijde van de markt. Van zelfbepaling in de zin van een authentiek gerichte zelfontplooiing lijkt nauwelijks sprake.” Daarom zullen we, aldus Duyndam en de zijnen moeten werken aan positieve vrijheid (“vrijheid tot…”). Daarbij wordt de ander niet als bedreiging maar “als bron en belangrijke voorwaarde voor de eigen levensvervulling” opgevat.
Dat vraagt een andere invulling van empowerment dan nu veelal gebeurt. Het huidige liberalisme is zijn ideologische veren verloren. Het gaat alleen nog maar over de vraag hoe we de burger kunnen vrijwaren van zoveel mogelijk last van anderen, inclusief de overheid. En laten we vooral zorgen dat we niet meer aan de pot met gemeenschappelijke middelen bijdragen dan dat we er zelf uithalen. Het valt me op hoe vaak tegenwoordig in krantenartikelen opgemerkt moet worden dat iets “van belastingcenten” of “door de belastingbetaler” betaald moet worden. De Telegraaf begon er mee, maar tegenwoordig is het in brede kring bon ton. Het programma Rekenmeesters van de KRO liet gisteravond zien hoeveel alle katten in Nederland hun baasjes, maar ook “de belastingbetaler” – daar is-ie weer! – kosten: van het verwerken van kattenbakkorrels tot het uit de boom halen van katjes door een peloton stoere brandweermannen. De moraal van het verhaal: wij allen, ook de mensen die geen katten hebben; ja zelfs zij die er allergisch voor zijn betalen aan die katten mee.
Wil de WMO niet leiden tot een jungle waarin iedereen voor zichzelf zorgt, dan zullen social workers actief de idealen van Van Praag moeten uitdragen. Het is niet voor niets dat de Universiteit voor Humanistiek de zetel is van de bijzondere leerstoel voor maatschappelijk werk. De missie van social work is doortrokken van humanistische waarden. Eigenlijk staat het er heel mooi. Eerst een beschrijving van empowerment en het bevorderen van autonomie:   The social work profession promotes social change, problem solving in human relationships and the empowerment and liberation of people to enhance well-being. Utilising theories of human behaviour and social systems, social work intervenes at the points where people interact with their environments. Tot zover niets bijzonders. Maar dan komt het:  Principles of human rights and social justice are fundamental to social work
Binnenkort geeft Joachim Duyndam trouwens onder de titel “Laat je niet gek maken”een serie van vier hoorcolleges over geestelijke weerbaarheid. Te beluisteren op www.human.nl. Als het zover is zal ik er zeker aandacht aan besteden.
De Groene Amsterdammer 10 november 2011: “Niet de ontzuiling is het probleem maar de ontzieling”  http://www.groene.nl/2010/45/niet-de-ontzuiling-is-het-probleem-maar-de-ontzieling

Geen opmerkingen:

Een reactie posten