Totaal aantal pageviews

dinsdag 15 februari 2011

De meiden van De Katrol: de échte nieuwe professionals.

Op deze blog heb ik de afgelopen maanden een aantal keren geschreven over helden van het sociaal werk. Social workers die lijf en leden, of tenminste hun maatschappelijke carrière en hun gezondheid waagden om de missie van hun beroep te vervullen.

Vandaag was Sandra Pardoel voor een gastles op bezoek op onze hogeschool. Samen met haar voormalige studiegenoten Nicole Rapmund en Janneke Ariaans heeft zij in 2007 de Stichting De Katrol opgericht. Ik geloof niet dat een van de drie voldoet aan bovenstaande criteria om als heldin van het sociaal werk te worden aangemerkt. Maar dat ze met zijn drieën iets heel bijzonders gepresteerd hebben, dat staat buiten kijf.

Twee van de oprichtsters, Nicole Rapmund en Sandra Pardoel
 Eerst maar eens uitleggen wat de stichting doet. De Katrol geeft, zoals ze in haar eigen pilotverslag 2008-2010 zegt, leerondersteuning aan kinderen die opgroeien in sociaal kwetsbare gezinnen. Het gaat om kinderen uit de groepen 3 en 4 van basisscholen in Rotterdam. Stagiairs van HBO-opleidingen (MWD, SPH, CMV, pedagogiek, toegepaste psychologie) ondersteunen kinderen op het gebied van rekenen en taal. Ze doen dat bij de kinderen thuis. Tegelijkertijd worden de gezinnen ondersteund, bijvoorbeeld bij opvoedingsvragen. De stagiairs worden begeleid door ankerfiguren, beroepskrachten in dienst van de stichting. Behalve voor matching en coaching van de studenten zijn de ankerfiguren ook verantwoordelijk voor de ondersteuning van de gezinnen, voor signaleren en voor de samenwerking met scholen en hulpverlening.


Door de begeleiding van de kinderen wil De Katrol wat ze noemt “een leercultuur” ontwikkelen binnen de gezinnen. Ouders leren hoe ze hun kinderen kunnen ondersteunen op school. In een reportage over het werk van De Katrol in Oostende (daar komt het idee oorspronkelijk vandaan, maar daarover straks meer) vertelt een van de deelnemende ouders dat ze zelf nooit goed heeft leren rekenen. Door mee te kijken bij de begeleiding van haar kind leert ze zelf rekenen en groeit haar vertrouwen in haar eigen mogelijkheden om haar kind te ondersteunen.


De hele werkwijze van De Katrol ademt de geest van empowerment. Het uitgangspunt is dat (bijna) alle ouders het beste voor hebben met hun kind. Ouders houden dus voortdurend ook de regie over wat er gebeurt. Zij beslissen of ze begeleiding willen en zij beslissen ook hoe die begeleiding gegeven wordt. De ankerfiguur wijst daar voortdurend op in het gesprek met de ouders. Als de ouders dat willen kan de ankerfiguur hun een aanvullend steuntje in de rug bieden, bijvoorbeeld door ondersteuning in het contact met school.


De dienstverlening van De Katrol is een prachtig voorbeeld van hoe je met heel beperkte middelen (er werken 4 beroepskrachten en 60 stagiairs) veel kunt bereiken en hoe je op een respectvolle, empowerende manier “achter de voordeur” kunt komen.


Jean-Pierre Markey
Maar dat is niet (of niet alleen) wat De Katrol zo bijzonder maakt. Daarvoor moeten we kijken naar de voorgeschiedenis van de stichting. Ergens rond 2005, 2006, liep een groepje studenten van de Hogeschool Rotterdam stage bij de stichting De Katrol in Oostende.  Het origineel, om het zo maar te zeggen, was in 2002 gestart door maatschappelijk werker Jean-Pierre Markey en orthopedagoge Mieke Verhulst. De aanleiding was een bijeenkomst op wereldarmoededag, 17 oktober, waarin Markey en Verhulst aan kwetsbare gezinnen de vraag voorlegden aan welk soort ondersteuning zij zelf de meeste behoefte hadden. De meeste ouders wensten ondersteuning voor hun kinderen die hen zou helpen om beter mee te komen op school, zodat zij het beter zouden krijgen dan hun ouders.

Mieke Verhulst
Nadat de studenten teruggekeerd waren in Rotterdam besloten zij bij wijze van afstudeerproject tien kinderen te laten begeleiden door tien stagiairs van hun eigen hogeschool. Maar toen hun project met een voldoende beoordeeld was konden ze het niet over hun hart verkrijgen het te beëindigen. Ze gingen door, eerst op vrijwillige basis. Maar ze realiseerden zich al snel dat dat geen blijvende situatie kon zijn. Zo waren bijvoorbeeld zowel zijzelf als de stagiairs niet verzekerd.

Ze zochten de hulp van de hogeschool die een deel van de kosten van het oprichten van de stichting voor haar rekening nam. Verder zochten ze een bestuur met mensen die hen konden adviseren bij het verder uitbouwen van de activiteiten. Sponsoren werden geworven en zo kon de stichting in 2008 op professionele basis van start gaan. Nu, drie jaar later, hebben vier mensen er een betaalde baan.


Het was een genot om naar de gastles van Sandra te luisteren. Aan de ene kant sprak er een enorme gedrevenheid en een sociale bewogenheid uit haar woorden. En aan de andere kant wist ze dat te combineren met een gezonde dosis zakelijkheid en nuchterheid. Indrukwekkend om te horen hoe iemand zich in drie jaar tijd heeft weten te ontwikkelen tot een sociaal ondernemer, die subsidieaanvragen schrijft, beleid op middellange termijn ontwikkelt en onderhandelt met lokale autoriteiten en andere geldverstrekkers.


Afgelopen vrijdag was ik bij een lezing van Margot Scholte voor het landelijk overleg opleidingen maatschappelijk werk en dienstverlening. Scholte pleit al langer voor een nieuw type maatschappelijk werker: een eerstelijns hulpverlener met een brede deskundigheid die daar optreedt waar materiële en immateriële problematiek samengaan. Ik zie nog erg veel maatschappelijk werkers die niet voldoen aan dat profiel; sterker nog: die daar ook helemaal niet aan willen voldoen. En ik vraag me soms af of wij als opleidingen ook wel op een juist profiel werven. Of we niet teveel aanschurken tegen de HBO-opleidingen psychologie, die mateloos populair zijn. Misschien moeten we wel veel meer op zoek naar de wat nuchterder types. Mensen met een warm hart, die met de voeten in de modder durven staan en die ook enig zakelijk instinct hebben. Mensen zoals in het verleden Octavia Hill  of Helene Mercier.

De Nieuwe Professional; Welzijn Nieuwe Stijl: hele Linkedingroepen worden er aan gewijd. Ik kan het bijna niet meer horen. Voor mijn gevoel staat al dat geprofileer en gepronk op sociale netwerken mijlenver af van de leefwereld van de kwetsbare gezinnen waar Sandra, Nicole en Janneke mee werken. Maar als ik aan de maatschappelijk werker van de toekomst denk, denk ik wel aan de meiden van De Katrol.

Klik hier voor de website van De Katrol Rotterdam.
Lees de recensie van het nieuwste boek van Jean-Pierre Markey.

Bekijk hieronder (in twee delen) een reportage over De Katrol Oostend





4 opmerkingen: