Afgelopen woensdag verscheen het Trendrapport 2010 van de Landelijke Jeugdmonitor.
De Jeugdmonitor is een instrument van het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport waarmee beleidsmakers en onderzoekers (en ook docenten en studenten!) informatie kunnen vinden over de situatie van de jeugd in Nederland. De Jeugdmonitor bevat indicatoren en publicaties over de jongeren van 0 tot 25 jaar op de volgende gebieden: jongeren en gezin, gezondheid en welzijn, onderwijs, arbeid en justitie. Veel cijfers zijn ook naar regio of zelfs naar gemeente uitgesplitst. Zo kun je in de Lokale Jeugdspiegel, een onderdeel van de Jeugdmonitor, bijvoorbeeld opzoeken hoeveel tienermoeders Enschede rijk is.
Jaarlijks verschijnt er vanuit de Jeugdmonitor een Trendrapport. Zoals de naam al aangeeft beschrijft het rapport de ontwikkelingen die zich het afgelopen jaar (eigenlijk de afgelopen jaren) rond jongeren in Nederland hebben voorgedaan. Het rapport is ingedeeld volgens de zes hierboven genoemde thema’s. Elk hoofdstuk wordt afgesloten met een artikel waarin een hoogleraar zijn of haar visie op het betreffende thema geeft. Zo denkt Peter van der Laan dat de dalende criminaliteitscijfer onder jongeren niet het gevolg zijn van een dalende criminaliteit, maar van een ander opsporingsbeleid van de politie, die zich meer concentreert op zware criminaliteit. En vraagt Wilma Vollebergh zich af of de jeugdzorg en dan met name de jeugd-GGz de verschillen tussen jongeren uit hogere en die uit lagere sociaal-economische milieus niet eerder vergroot dan verkleint.
In het rapport zelf wordt een groot aantal ontwikkelingen besproken. Zo is de gemiddelde levensverwachting van kinderen die in 2009 geboren werden 2 tot 3 jaar hoger dan in 2000 (ruim 82 jaar voor meisjes; ruim 78 jaar voor jongens). Het gaat in zijn algemeenheid goed met jongeren in Nederland. Ze zijn gezonder en doen het beter op school dan in 2000. Wel is het toenemende overgewicht een reden tot zorg. Bovendien is het aantal jongeren dat onder toezicht is gesteld sterk gestegen: van 21.000 in 2000 naar 33.000 in 2009. Belangrijkste oorzaak lijkt te zijn dat raadsonderzoekers en gezinsvoogden onder invloed van zaken als die rond Savannah en het Maasmeisje geen risico’s meer nemen. Een andere opmerkelijke uitkomst is dat een op de drie jongeren tussen de 15 en de 25 jaar zich wel eens onveilig voelt. Ruim een op de drie werd in 2009 slachtoffer van een of meer delicten; jongens even vaak als meisjes. Daar staat weer tegenover dat het aantal tienermoeders tussen 2000 en 2009 spectaculair daalde: van 3400 naar 2400. In Europa kent alleen Zwitserland minder tienermoeders.
Het Trendrapport 2010, een co-productie van het Ministerie van VWS en het Centraal Bureau voor de Statistiek, is hier te downloaden.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten