Totaal aantal pageviews

maandag 3 januari 2011

"De grote zaal": een bijzondere (bijna) vergeten roman.

Van Jacoba van Velde had ik tot voor enkele maanden vaag wel eens gehoord. Ik weet niet waarom, maar ik had het idee dat ze een dichteres uit de 14e, 15e eeuw was. Afgelopen november werd haar roman “De grote zaal” cadeau gegeven aan lezers van de openbare bibliotheek. Dit in het kader van de jaarlijkse actie “Nederland leest”. De grote zaal is een (korte) roman uit 1953, die meteen bij zijn verschijnen juichende kritieken kreeg. De bekende dichter/criticus J. Greshoff schreef: '... dit kleine boek, ook al zou er geen meer op volgen, staat in onze hedendaagse letterkunde als een monument.' Er werden tijdens Van Veldes leven (ze stierf in 1985) 75.000 exemplaren verkocht en dertien buitenlandse uitgeverijen kochten de rechten. Toch is het boek in vergetelheid geraakt. Ten onrechte. In korte zinnen, zonder opsmuk, beschrijft Van Velde het verhaal van Geertruide van der Veen.
Op een dag wordt ze wakker in een vreemd bed, in een vreemde omgeving. Ze kan niet praten. Ze ziet alleen bedden met andere oude vrouwen. Langzaam dringt tot haar door dat ze een hersenbloeding gehad heeft.  Ze is naar – zoals dat toen heette – een rusthuis gebracht door haar enige dochter Helena, die in Parijs woont (haar man is al jaren geleden gestorven). Nog weer later dringt het tot Geertruide door dat ze nooit meer terug zal keren naar haar woning. Dat ze afscheid zal moeten nemen van haar vertrouwde spulletjes en dat ze de rest van haar leven zal doorbrengen in deze omgeving waar niets van haar is en waar ze geen enkele privacy heeft.
Het boek ademt de geest van het existentialisme, dat in de jaren vijftig veel invloed had. Het leven heeft geen zin, buiten de zin die je er zelf aan geeft. Helena heeft dat laatste gedaan. Ze heeft haar eigen keuzes gemaakt, is naar Parijs getrokken. Geertruida realiseert zich dat ze zich misschien wel teveel heeft aangepast aan de verwachtingen die anderen van haar hadden. Deze twee zo verschillende vrouwen groeien naar elkaar toe in de weinige dagen die ze samen kunnen doorbrengen. Maar boven die momenten van verbondenheid hangt steeds als een donkere dreiging het vertrek van Helena. Ze moet terug naar Parijs; heeft geen geld om langer te blijven. De angst voor die scheiding en het van haar dochter afgesneden zijn worden op een nuchtere, maar daardoor juist hartverscheurende manier door Van Velde beschreven. Tegen het eind van het boek gaat Geertruide steeds verder achteruit. Haar grootste angst wordt bewaarheid: ze verhuist van de kleine naar de grote zaal. De grote zaal is de ruimte waar de vrouwen naar toe gaan die gaan sterven.
Het is gemakkelijk te bedenken dat het boek een situatie beschrijft die we achter ons gelaten hebben. We kennen geen rusthuizen meer en tegenwoordig is alles veel menselijker. Een mijlpaal in dat verband was het proefschrift van dr. Jo Schreuder in 1955 die als een van de eersten aandacht vroeg voor de leefomstandigheden van ouderen. Dick Sipsma, oprichter van de Sociaal Geriatrische Dienst in Friesland vertelt daarover: “Ik heb wel eens een oude man op een bovenkamertje gezien die daar al maanden, maanden, helemaal alleen zat en er nooit meer af kwam. Hij had de hele kamer kort en klein geslagen met zijn wandelstok, omdat hij een draak had gezien die door het raam kwam. Die man was volkomen geïsoleerd en had hallucinaties en wanen gekregen.” Een ander verhaal: “Hier in het noorden woonde een man met een zwakbegaafde dochter. De dochter verzorgde de vader, maar niet zo heel goed. De man had zo’n last van zijn voeten. Toen ik de man de sokken uittrok, lagen de tenen los in zijn sok. Die waren gewoon afgestorven”.
Tegenwoordig is er dus veel meer aandacht voor ouderen. De verzorgings- en verpleeghuizen van nu zijn in niets meer te vergelijken met het rusthuis dat Van Velde beschreef.  Hoewel: steeds vaker horen we verhalen over pyjamadagen en
24-uursluiers.

Het boek van Van Velde gaat echter niet over de erbarmelijke omstandigheden in rusthuizen. Het gaat over het proces van het stapje voor stapje afscheid nemen van alles wat je lief is. De spulletjes, de activiteiten, de mensen. Het gaat over het langzame proces waarin je je bewust wordt dat het nooit meer zo zal zijn als vroeger. En het beschrijft dat op een manier die je bij de strot grijpt; in korte zinnen, zonder een woord teveel. Zoals Philip Freriks in een voorwoord schrijft: “Hartverscheurend mooi”.

Lees hier een recensie van "De grote zaal".
Ter gelegenheid van de actieweek “Nederland leest” had “Andere Tijden” een aflevering over de opkomst en bloei van de bejaardenhuizen en de eerste schandalen. Gebruikers van een iPad gaan naar http://beta.uitzendinggemist.nl/afleveringen/1006570-een-huis-voor-bejaarden
En om toch nog vrolijk af te sluiten  een aflevering van Metropolis (helaas niet via iPad) over ‘krasse knarren’; oude mensen in verschillende culturen die, noodgedwongen of vrijwillig, nog op een bijzondere manier actief zijn op hun oude dag.


Get Microsoft Silverlight Bekijk de video in andere formaten.

2 opmerkingen:

  1. Leuk dat je aandacht aan dit boekje besteedt. Ik heb het ook net gelezen en het zet je behoorlijk aan het denken over hoe mensen soms (vaak?) afscheid moeten nemen van hun zelfstandigheid en hun leven. Ik kan helaas de filmpjes niet kijken maar ik zoek ze wel even op.
    Cynthia

    BeantwoordenVerwijderen
  2. Soms verschijnt er een bericht dat de pagina verlopen is, waardoor je de filmpjes niet kunt bekijken. Maar voor de aflevering van Andere Tijden kun je de link voor de iPad gebruiken en voor Metropolis kun je gaan naar:
    http://www.metropolistv.nl/nl/themas/krasse-knarren/bekijk-hele-uitzending-krasse-knarren
    Ben

    BeantwoordenVerwijderen