Totaal aantal pageviews

maandag 14 januari 2013

Fake it 'til you become it!


Twitter kan enorm afleiden van belangrijker zaken. Een van de redenen dat ik minder vaak blog is dat ik veel tijd op Twitter doorbreng. Het zoeken naar interessante tweets kan veel tijd opslorpen, maar aan de andere kant kost het retweeten van een boeiende link ook oneindig minder tijd dan het schrijven van een goede blog. Maar Twitter levert ook veel op.
Eergisteren kreeg ik de link naar een TED Talk van Amy Cuddy. Als je het concept achter de TED talks nog niet kent, moet je maar eens op hun webpagina kijken  . Het moet al raar lopen als je geen boeiende lezing vindt. 

Amy Cuddy
bron: www.hbs.edu
Amy Cuddy is sociaal-psychologe aan de Harvard Business School. De kern van haar verhaal: lichaamstaal bepaalt niet alleen hoe anderen ons waarnemen, maar ook hoe we onszelf waarnemen en daarmee ook hoe we ons gedragen. Nu is dat allesbehalve een nieuw inzicht. Al in de jaren zestig formuleerde Daryl Bem de self-perception theory, die tegenwoordig in ieder psychologiehandboek te vinden is. In de kern komt zijn theorie erop neer dat de manier waarop we onszelf kennen niet veel afwijkt van die waarop we conclusies over anderen trekken. In beide gevallen baseren we ons op waarneembaar gedrag. In de meeste gevallen zijn we namelijk afhankelijk van ons zichtbare gedrag als we willen weten hoe we eigenlijk zijn. 
Natuurlijk hebben we, als we onszelf beoordelen, ook informatie over onze interne gemoedstoestand ter beschikking. Iemand die schijnbaar vol overtuiging een verhaal staat te houden voor een volle zaal kan van binnen dood gaan van de zenuwen. Toch ligt het niet zo eenvoudig: de opwinding die we van binnen voelen moeten we namelijk interpreteren. Hoe weet ik of die opwinding voortkomt uit angst of uit een plezier? Volgens Bem leren we deze interpretatie van onze inwendige gevoelens als kind. Hetzelfde geldt voor onze attitudes en meningen. Attitudes kunnen leiden tot gedrag, maar gedrag kan net zo goed onze attitudes vormen.

Een mooi voorbeeld van de manier waarop gedrag ons zelfbeeld vormt is het experiment van Humphrey uit 1985. Hij liet proefpersonen een rol spelen in een gesimuleerd kantoor. Door loting werden sommigen aangewezen als managers en anderen als medewerkers. Nadat ze zich twee uur volgens hun rol gedragen hadden moesten ze zichzelf (dus hun ware zelf) scoren op een aantal persoonlijkheidseigenschappen. De managers scoorden zichzelf hoger op positieve eigenschappen als intelligentie en leiderschap. En wat nog opvallender was: de medewerkers vonden ook dat de managers hier beter in waren. Blijkbaar waren de proefpersonen vergeten dat de verschillen in gedrag veroorzaakt werden door de situatie en de – toevallige – roltoewijzing.
Bron: http://bit.ly/VYhglI
Een bijzondere variant op het bovenstaande vormt de theorie over de gezichtsfeedback. Dit is een oude theorie die in feite nog teruggaat op Charles Darwin en William James. De theorie zegt dat emoties versterkt of afgezwakt kunnen worden door het aannemen van een bepaalde gezichtsuitdrukking. Sommige versies stellen zelfs dat bepaalde emoties in hun geheel veroorzaakt kunnen worden door een bepaalde gezichtsuitdrukking. Strack, Martin en Stepper bedachten in 1988 een zeer vindingrijke manier om dit te testen (klik hier voor hun artikel).  Ze deden alsof ze een experiment uitvoerden om te onderzoeken hoe moeilijk het was om bepaalde taken uit te voeren zonder je handen of armen te gebruiken. Ze vroegen aan de proefpersonen om op een bepaalde, voorgeschreven manier een pen in hun mond te nemen. Een groep moest de pen tussen de lippen klemmen, zodat men, zonder het te weten, zou gaan fronsen. Een andere groep moest de pen met de tanden vasthouden, wat onwillekeurig zou leiden tot een lach. Tenslotte moest een controlegroep de pen in de niet-dominante hand nemen.  Daarna moesten ze een aantal taken uitvoeren, waaronder het beoordelen van de grappigheid van een cartoon. De mensen die de pen met hun tanden vasthielden bleken de cartoon significant grappiger te vinden dan de anderen.  De onderzoekers concludeerden dat iemands gezichtsuitdrukkingen zijn of haar eigen emoties beïnvloeden zonder dat de persoon zich hiervan bewust is.
Het facial feedback experiment
Bron: http://bit.ly/13t0ZdD

Terug naar Amy Cuddy. Tot dusverre niets nieuws dus in haar lezing. Wat wel nieuw was (althans voor mij) was dat ze liet zien dat het aannemen van een bepaalde houding (groot, dominant, dan wel klein en ineengedoken) ook – zelfs na heel korte tijd – al leidt tot hormonale veranderingen.  Zowel bij dieren als bij mensen hebben de alfamannetjes, degenen in een machtspositie, een gemiddeld hogere testosteronspiegel en een lager cortisolspiegel. Dat leidt ertoe dat ze assertiever zijn en zelfverzekerder, maar ook dat ze meer risico’s nemen. Zelfs bij een spel dat puur op geluk gebaseerd is schatten ze hun winstkansen hoger in dan anderen (het is verleidelijk om hier een parallel te trekken naar de bankenwereld, maar dat ga ik niet doen). Testosteron is, behalve een heleboel andere dingen, het dominantie-hormoon en cortisol is het stresshormoon.  Bij mensen die zich slechts gedurende twee minuten  groot maken daalt het cortisol-gehalte en stijgt de testosteronspiegel (en daarmee de “risk-tolerance”).


Alfamannetjes maken zich groot
Bron: http://bit.ly/10sOgcg
Vervolgens liet Cuddy aan de hand van een experiment, maar ook van een zeer persoonlijk verhaal, dat haar zichtbaar raakte, zien hoe je deze kennis kunt gebruiken in sociale situaties waarin je beoordeeld wordt door anderen: een sollicitatiegesprek of een presentatie waar je tegenop ziet. De meeste mensen bereiden zich op zo’n situatie voor door nog even hun aantekeningen door te nemen. Of ze spelen nog even wat op hun smartphone. Helemaal fout, aldus Cuddy! Want je duikt in elkaar en maakt jezelf kleiner. Beter is het om jezelf groot te maken en een “high-power pose” aan te nemen. Misschien niet waar anderen bij zijn – dat kan weer andere onvoorziene effecten hebben – maar bijvoorbeeld op het toilet of in een andere ruimte waar je privacy hebt.

Een high-power pose
Bron: http://bit.ly/VYgFQU
Zelf heb ik hier in het verleden tijdens sollicitatiegesprekken wel eens gebruik van gemaakt. Als ik zenuwachtig was en het gevoel had dat alle anderen dat aan me zagen ging ik breeduit aan de tafel zitten, mijn bovenlichaam wat naar voren gebogen en met mijn armen een zo groot mogelijk stuk van de tafel claimend, alsof ik mijn territorium afbakende. Ik hoop niet dat dat de enige reden is waarom ik bij Saxion ben aangenomen, maar ik had wel het idee dat me dat zelfverzekerder maakte.
In wachtkamers zie je vaak een low-power pose
Bron: http://read.bi/Sv5N0e
Natuurlijk zullen mensen tegenwerpen dat je je dan anders voordoet dan je bent. Het antwoord daarop van Cuddy moet je zelf maar gaan bekijken (vanaf ongeveer 16’00).  Zo indrukwekkend kan ik het nooit vertellen. Het komt er uiteindelijk op neer dat ze niet zegt: “Fake it til you make it” maar “Fake it til you become it"

Bekijk de lezing van Cuddy hier.

woensdag 2 januari 2013

Heanig an


Als Twentenaren afscheid nemen zeggen ze “Heanig an” (waarbij de ea ongeveer uitgesproken wordt als een è). Heanig is niet exact te vertalen: het heeft een complexe betekenis die loopt van rustig en bescheiden naar klein. “Heanig an” is een advies: maak je niet te druk, stay cool. Maar ook: doe geen dingen die je vermogen te boven gaan. Heel wat anders dan het Dromen, Durven, Doen van de Ben Tiggelaars van deze wereld. Een kreet die ik laatst zelfs op de ruiten van een Rotterdams ROC gedrukt zag - tijdens een journaalitem over het dreigende faillissement van deze onderwijskolos.
Wie zich wel eens op Linkedin begeeft ziet dat de geest van Ben Tiggelaar over velen vaardig is. Mensen presenteren zichzelf als aanjager, inspirator of innovator. Of gewoon als Independent  Professional (wat doe je dan de hele dag?). En ze zijn nooit gewoon op zoek naar een baan, maar altijd naar een nieuwe uitdaging.

In Duitsland deed de Duits-Koreaanse filosoof Byung-Chul Han twee jaar geleden veel stof opwaaien met zijn essay De vermoeide samenleving. Hierin stelt hij dat de moderne samenleving zich kenmerkt door vrijwillige zelfuitbuiting. De externe autoriteit van de kapitalist is vervangen door de zelfopgelegde dwang om te presteren.  Met dat presteren geven  we zin aan ons leven.  Dat leven is een project en wij zij verantwoordelijk als het mislukt. De psychische aandoeningen van deze tijd - ADHD, depressie, burnout -  zijn het gevolg van een teveel aan positiviteit.
Byung-chul Han 
 © Merve Verlag Falk Hoffmann
 
Ik vind dat Han hiermee teveel zijn eigen milieu – dat van de zelfbewuste academicus – als uitgangspunt neemt. Als sociaal werker kwam ik dagelijks mensen tegen die hun leven helemaal niet als project, maar eerder zichzelf als speelbal zagen. Dan spreekt de analyse van Van Ewijk mij meer aan. Hij vindt dat de huidige complexe samenleving een groot beroep doet op de sociale en communicatieve vermogens van mensen. Niet iedereen bezit die in voldoende mate om zich staande te kunnen houden. Het is aan sociaal werkers om mensen te helpen de regie over hun eigen leven te hernemen, maar wel in een mate en een tempo dat bij ze past. Heanig an, dus.

P.S.

Zeg, die Van Ewijk, is dat eigenlijk een Tukker?

Byung-Chul Han. De vermoeide samenleving.  (vertaling Frank Schuitemaker). Uitgeverij Van Gennep, ISBN 9789461640710 (€ 6,95).