Totaal aantal pageviews

maandag 16 mei 2011

Waarom social workers de krant moeten lezen.

The social work profession promotes social change, problem solving in human relationships and the empowerment and liberation of people to enhance well-being. Utilising theories of human behaviour and social systems, social work intervenes at the points where people interact with their environments. Principles of human rights and social justice are fundamental to social work.

Zo definieert de Internationale Federatie van Social Workers, de IFSW, de missie van social work. Vaak is dat uitgelegd als zou het sociaal werk een bijdrage moeten leveren aan het bestrijden van armoede en sociale achterstand.  In zijn inaugurele rede stelde Hans van Ewijk dat het sociaal werk daarmee een te grote broek aantrekt. Het kan geen sociale verandering tot stand brengen, omdat het daarvoor de middelen niet heeft. Social workers zouden zich moeten richten op het vergroten van de sociale redzaamheid van mensen. Zorgen dat ook de zwakkeren de aansluiting met de samenleving behouden. Toch zijn die “principles of human rights” niet zinloos. Ze kunnen dienen als toetssteen voor het handelen, ook het gewone alledaagse, van social workers. Dat laat een interessant artikel van de Australische social workers Stephanie Johnson en Bernadette Moorhead in het nieuwste nummer van het Journal of Social Work Values & Ethics zien.

De laatste jaren klinken ook in de leslokalen van social workopleidingen steeds vaker geluiden die je eerder op een partijbijeenkomst van de  PVV zou verwachten. “Ze moeten zich maar aanpassen” en “Direct de uitkering stopzetten” zijn enkele van de oplossingen die aanstaande social workers bedenken voor complexe sociale problemen. Vaak blijkt bij enig doorvragen dat studenten (ik ben geneigd om ze leerlingen te noemen) nauwelijks nagedacht hebben over de consequenties van hun zogenaamde “oplossingen” en dat hun kennis van de problematiek niet veel verder reikt dan wat daarover in Hart van Nederland gedebiteerd wordt.

Het artikel van Johnson en Moorhead laat zien wat er kan gebeuren wanneer social workers niet kritisch nadenken over de rol die zij vervullen in de samenleving en zij blindelings allerlei opvattingen overnemen die op dat moment redelijk en wetenschappelijk onderbouwd lijken, zonder zich af te vragen wat de ethische implicaties zijn.

Sociaal werk heeft door de eeuwen heen een dubbelzinnig karakter gehad. Enerzijds was het gericht op het helpen en zelfs het emanciperen van de zwakkeren in de samenleving; anderzijds is het ook vaak misbruikt om diezelfde zwakkeren te disciplineren en in het gareel te houden. Dat tweede aspect kwam op een heel navrante manier tot uitdrukking in de rol die social workers gespeeld hebben in allerlei eugenetische programma’s, waarvan die in Nazi-Duitsland wel de meest perverse waren.
Sir Francis Galton

De eugenetica-beweging was een verschijnsel dat zijn wortels had in de 19e eeuw. Sir Francis Galton, een neef van Darwin, was de eerste die de term eugenetica gebruikte voor het wetenschappelijke streven naar verbetering van een ras (in dit geval het menselijke ras). Galton geloofde dat het mechanisme van natuurlijke selectie gedwarsboomd werd door de menselijke beschaving. Beschaafde samenlevingen zouden mensen in een zwakke positie ondersteunen, wat zou indruisen tegen de natuurlijke selectie waarbij juist de “zwakkeren” uitsterven. Op die manier zou het menselijke ras langzaam degenereren.

Mensen die als inferieur gezien werden mochten daarom niet de gelegenheid krijgen zich voort te planten. Mensen die wel over de juiste genetische eigenschappen beschikten moesten juist aangemoedigd worden voor nageslacht te zorgen. Het oordeel over wat inferieur was, was vaak nogal subjectief: er werd niet alleen gekeken naar zaken als lichamelijke en geestelijke gezondheid, maar ook naar crimineel gedrag, luiheid, onaangepastheid en armoede.

De eugeneticabeweging kreeg veel aanhang, vooral in het begin van de 20e eeuw. Zo werden in de Verenigde Staten mensen gedwongen gesteriliseerd omdat ze zwakzinnig of crimineel waren. Deze praktijk bleef in sommige staten bestaan tot in het begin van de jaren ’60. In Zweden werd de eugeneticawetgeving pas in 1976 definitief geschrapt, al was er toen al jaren geen sprake meer van eugenetische praktijken. In veel landen werden eugenetische praktijken onderdeel van de sociale hygiëne. Ze werden gemeengoed, omdat ze onderbouwd leken door wetenschappelijk onderzoek.


Het Amerikaanse ‘Eugenic Record Office’ (E.R.O), opgericht in 1910, was rond 1920 al verantwoordelijk voor de gedwongen sterilisatie van circa tienduizend zwakzinnigen, zwarte criminelen en Indiaanse vrouwen

In Australië leidden eugenetische opvattingen tot het fenomeen van The Stolen Generation: kinderen van Aboriginals die bij hun ouders werden weggehaald om bij “beschaafde” westerse gezinnen geplaatst te worden. Het uiteindelijke doel was om de als minderwaardig beschouwde Aboriginalcultuur geleidelijk te laten uitdoven. In een eerdere post heb ik al eens gewezen op de indrukwekkende film “Rabbit-proof fence” die over deze zwarte bladzijde uit de Australische geschiedenis gemaakt is:




Deze praktijk heeft van ongeveer 1910 tot 1973 voortbestaan. Helaas hebben social workers hier een actieve rol in gespeeld. Ze lieten, zoals Johnson en Moorhead het zo mooi zeggen, de eisen van de staat prevaleren boven de rechten van het individu dat om hulp zocht.

Het in 1933 uitgebrachte ‘Gesetz zur Verhütung
erbkranken Nachwuchses’
 (‘Wet op Behoeding voor erfziek Nageslacht’)

Nergens nam de eugenetische praktijk echter zulke extreme vormen aan als in Nazi-Duitsland. De wetgeving daar voorzag niet alleen in gedwongen sterilisatie, maar was er op gericht om dat wat als “minderwaardig leven” beschouwd werd actief te beëindigen. Niet alleen kinderen met ernstige handicaps werden gedood in Nazi-Duitsland. Ook kinderen van minderwaardige rassen (joden, zigeuners) waren hun leven niet zeker; net als dove of blinde kinderen, kinderen met een gedragsprobleem, een verstandelijke beperking of een spraakprobleem. Bovendien was het ook heel gewoon om psychiatrische patiënten te doden om bedden vrij te maken voor de oorlogsgewonden.
Kinderen met een beperking werden lang niet altijd direct gedood. Vaak werden hun ouders onder druk gezet om ze af te staan aan een tehuis. Daar waren de omstandigheden vervolgens zo beroerd dat ze bij bosjes stierven.

In 1943 werden er genetische gezondheidsrechtbanken in het leven geroepen om de gezondheidswetten van de Nazi’s uit te voeren. Artsen, leraren en social workers moesten kinderen melden die een beperking of psychische problemen hadden. Deze meldingen waren vaak op zeer dubieuze criteria gebaseerd: een vermoeden van een ontwikkelingsachterstand, een slechte arbeidsmoraal of een criminele inborst.
Aan de hand van geboortecijfers werd "aangetoond" dat binnen afzienbare tijd het gezonde Duitse volk
overvleugeld zou worden door geesteszieken, alcoholisten en andere "minderwaardigen".
Waar kennen we deze redeneringen toch nog meer van?

Social workers hadden hierin een dubbel aandeel. Ze werkten in de internaten waar kinderen ondergebracht werden, maar ze moesten ook in dorpen en wijken uitzoeken welke kinderen mochten blijven leven en welke niet. Er zijn diverse verhalen bekend van moeders die hun kind voor hen verborgen. Johnson en Moorhead schatten dat er in totaal tussen de 250.000 en 350.000 mensen in euthanasieprogramma’s zijn gedood. Een kwart daarvan zouden kinderen en adolescenten geweest zijn. Bekijk hieronder de Nazi-propagandafilm "Opfer der Vergangenheit" (overigens afkomstig van een site die probeert te bewijzen dat geloof in de evolutietheorie en nationaalsocialisme hetzelfde zijn, maar goed...), die goed weergeeft hoe Nazi's dachten over mensen met een beperking.


Belangrijk is wel om te bedenken dat het handelen van deze social workers paste in opvattingen die op dat moment breed gedragen werden in de samenleving. Ze vormden onderdeel van het officiële overheidsbeleid en er leek wetenschappelijke steun voor te zijn vanuit allerlei sociaal-darwinistische opvattingen. Johson en Moorhead zeggen het heel mooi: “ it remains a lasting reminder of the dangers of making value judgments on human life, and of separating science from humanity”. Een andere reden voor social workers om mee te werken aan het beleid van de Nazi’s was natuurlijk ook dat het wel een slecht met je kon aflopen als je dat niet deed.
Steun vanuit de wetenschap: in 1924 ondertekenden  twee Nobelprijswinnaars, de fysici Philipp Lenard (links) en Johannes Stark (rechts), een steunbetuiging aan Hitler die ‘met zijn strijdkameraden ons voorkomt als een geschenk Gods uit een tijd die lang voorbij is en waarin rassen nog puurder waren, de mensen groter en hun geest minder misleid’.

Toch waren er ook social workers die wel hun eigen afwegingen bleven maken. Eerder al schreef ik over Irena Sendler. Een andere vrouw die zich verzette was Alice Salomon, een van de grondlegsters van het social work in Duitsland. Dat leidde er wel toe dat ze in 1937 het land uitgezet werd en gedwongen vertrok naar de VS, waar ze in relatieve eenzaamheid stierf. (Voor meer informatie over Alice Salomon.  

Alice Salomon

Natuurlijk waren de social workers die meewerkten aan eugenetische programma’s beïnvloed door de opvattingen van hun tijd. Sommigen van hen dachten misschien echt dat wat zij deden het beste voor de samenleving was. Maar wat hun te verwijten valt is dat ze zich niet gerealiseerd hebben dat hun handelen in strijd was met centrale waarden van het sociaal werk, die ook toen al golden: respect voor het individu en het streven om ieder individu zo goed mogelijk tot zijn recht te laten komen.

Nazi-Duitsland lijkt ver van ons verwijderd. Maar de gebeurtenissen in Australië en Zweden laten zien dat ook in recenter dagen de rechten van het individu nog werden opgeofferd voor wat men meende dat het belang van het grotere geheel was. Social workers opereren bijna per definitie in een gebied waarin ze rekening moeten houden met de belangen van het individu én de wensen van de overheid, die hen vaak ook nog eens betaalt. Mensenrechten en de beroepscode zijn onontbeerlijke middelen om daarin de juiste keuzes te blijven maken.

Op http://www.kennislink.nl/publicaties/pleidooien-voor-moord vind je een zeer toegankelijke beschrijving van de geschiedenis van de eugenetica. Daar heb ik ook een aantal van de afbeeldingen bij deze post aan ontleend.

Bekijk hieronder een fragment van "Erbkrank", een voorloper van "Opfer der Vergangenheit".

Geen opmerkingen:

Een reactie posten