Totaal aantal pageviews

dinsdag 15 maart 2011

Interessante gevangenissen

Gevangenissen in Nederland zijn net hotels. Rechters straffen veel te licht. Als je iemand doodsteekt kom je er met een taakstraf vanaf. TBS-ers worden veel te gemakkelijk met proefverlof gestuurd.


Zo maar wat opvattingen die je regelmatig hoort – aan de borreltafel, maar ook in het parlement. Maar wat vinden de gestraften er zelf eigenlijk van? De zesdelige VPRO-documentairereeks “Langgestraft” laat de gevangen zelf aan het woord en geeft de kijker een beeld van het leven achter de tralies.


Twee bekende strafrechtadvocaten, Willem Anker en John Peters, werpen met vijf langgestraften licht op het leven voor en na veroordeling. Hoe kwam je tot die gruwelijke daad? Hoe is het om jaren gevangen te zitten? Of hoe is het om te worden vrijgesproken maar door je omgeving blijvend als misdadiger te worden gezien? Hoe kijk je tegen de samenleving aan die je heeft uitgesloten? Hoe zie je de toekomst? En vooral: wat heeft de gevangenis gedaan met het beeld dat je van jezelf hebt?



FPC Veldzicht in Balkbrug

De eerste aflevering werd donderdag uitgezonden.  Daarin was Freddie te zien.  41 jaar, met achttien jaar TBS achter de rug. Op zijn negentiende stak hij bij een vechtpartij een bekende dood, dronken en onder invloed van hasj en heroïne. Nu woont hij in een huis, 50 meter buiten het hek van TBS-inrichting Veldzicht. Hij hoopt binnen afzienbare tijd voorwaardelijk vrij te komen.


De gemiddelde tijd dat TBS-ers zitten is de afgelopen twintig jaar flink toegenomen: van ruim vier jaar in 1990 tot ruim 10 jaar in 2010. Het aantal TBS-ers is daardoor sinds de jaren tachtig ook sterk gegroeid: van enkele honderden tot ruim tweeduizend.


In het verhaal van Freddie troffen mij een paar dingen. Allereerst hoe schijnbaar kleine dingen uit zijn jeugd, die de andere betrokkenen waarschijnlijk al lang vergeten zijn, hem bij zijn gebleven en deels ook gevormd hebben. In de tweede plaats Freddies beleving van de behandeling. “Het is een poppenkast, “ zegt hij. Als je het spel meespeelt dan ben je er met vier jaar uit. Laat je zien wie je echt bent, dan zit je wel wat langer. Het is de vraag of dat zo is, maar hij beleeft het wel zo.


De komende weken nog te bekijken op de donderdagen.  Bekijk hier de eerste aflevering : 


Misschien nog wel interessanter is de documentair Bastøy. Uit de toelichting bij de documentaire:


De 115 'gevangenen' op het Noorse eiland Bastøy zijn vrij om te gaan en staan waar ze willen, en wonen in blokhutten. De bewakers hebben geen wapens. Toch hebben de meeste mannen behoorlijk wat op hun kerfstok. Geweldsdelicten, fraude, drugshandel, zelfs moord. De meesten zitten de laatste fase van hun straf uit, en hebben gevraag om overplaatsen naar de eiland-gevangenis.


Kapteijns: “Deze film gaat over straffen. Maar de vraag is: worden mensen beter van een gevangenis? Als ze hun straf hebben uitgezeten, moeten ze toch terug de samenleving in”.  De mannen die hij volgde, doen hun best om er wat van te maken op het eiland. Ze spelen  gitaar, mesten koeienstallen uit,  helpen mee met de kerkdienst.


Per is 20 jaar lang drugsdealer geweest, en heeft ook in een ‘gewone’ gevangenis  gezeten. “In een gesloten gevangenis hoef je geen beslissingen te maken, hier moet je wel socializen.”  Hij weet zich geen raad met de vrijheid die hem te wachten staat, na jarenlange opsluiting is hij het contact met zijn familie verloren.


De filosofie van de Bastoy-gevangenis is gebaseerd op het gedachtengoed van twee indianen-opperhoofden: Chief Seattle en Bear Heart. De laatste schreef in zijn boek  Heaven is my mother: “Als je een mens als een beest behandelt, wordt hij een beest. Als je een mens als een crimineel behandelt, wordt hij een crimineel. Als je een mens als een mens behandelt, wordt hij een mens.”
Zo zijn de hoofdpersonages ook neergezet. Ze vertellen eerlijk wat ze doormaken, hoe ze tot hun daden zijn gekomen. Kapteijns volgt ze tot in de slaapkamer. Ook de moeilijke momenten komen aan bod.  Onderhuidse agressie, wanhoop, onzekerheid. De gezichten van de gevangenen spreken soms boekdelen. Na afloop kun je als kijker alleen maar hopen dat het goed komt


Bekijk hier de documentaire.


In Engeland is de regering – de vorige, onder leiding van Gordon Brown – begonnen met een interessant experiment. Men wil in het gevangeniswezen – of liever gezegd de reclassering – werken met Social Impact Bonds. Een jaar geleden is men in Peterborough Prison in Cambridgeshire begonnen met een pilot die een periode van zes jaar bestrijkt. Investeerders uit de particuliere sector steken 5 miljoen pond in een intensief programma voor opleiding en ondersteuning van kort gestrafte gevangenen die Peterborough Prison verlaten. In totaal zullen 3000 ex-gevangenen geholpen worden. De recidive ligt nu op 75% binnen een termijn van twee jaar.
Als dat percentage met meer dan 7,5 daalt, dan krijgen de investeerders hun geld met winst terug van de overheid. Het geld om de investeerders met winst (maximaal 13%) terug te betalen haalt de overheid uit de besparingen die ze realiseert doordat er minder recidive is. Het innovatieve aan dit systeem is dat betaling niet afhangt van het aantal geholpen cliënten of zelfs maar het aantal tevreden cliënten (“output”) maar van de maatschappelijke effecten van de hulpverlening (“outcome”).
Het werken met Social Impact Bonds kent een aantal grote voordelen:
  • het wordt aantrekkelijk om te investeren in preventie. In het oude financieringssysteem werd preventie vaak niet vergoed en hadden instellingen er dus ook geen belang bij. Het is bovendien een manier om meer geld in zorg en hulpverlening te genereren in een tijd waarin de overheid moet bezuinigen
  • de overheid hoeft alleen te betalen voor effectieve interventies; de private sector draagt het risico van niet-effectieve interventie
  • investeerders en hulpverleners hebben een prikkel om zo effectief mogelijk te werken. Immers: hoe beter het resultaat, hoe groter de opbrengst



Invoering van het systeem wordt inmiddels ook al voor andere sectoren overwogen, in Essex bijvoorbeeld voor de jeugdzorg .  Er zijn echter ook nadelen aan verbonden:
  • Er zal in ieder geval een systeem van voorfinanciering bedacht moeten worden. Effecten zijn vaak pas op langere termijn zichtbaar en zo lang zullen de meeste investeerders niet op hun geld willen wachten.
  • Investeerders zouden zich kunnen focussen op de doelgroepen met meeste kans op succes en de andere links laten liggen.
  •  In de jeugdzorg is er vaak sprake van een complex systeem van hulpaanbieders, waarvan een deel (bijvoorbeeld de kinderbescherming) niet onder het SIB-systeem zal komen te vallen. Het effect van een interventie is vaak mede afhankelijk van deze samenwerkingspartners. Investeerders heb daar dus geen invloed op. Het zou er zelfs toe kunnen leiden dat investeerders niet willen samenwerken met andere partijen, om vooral maar een zo duidelijk mogelijke koppeling te behouden tussen hun interventie


Lees hier een artikel uit de Guardian (inderdaad, alweer de Guardian) over het project in Peterborough.


Ga hier naar de website van Social Finance, een organisatie die actief is op het gebied van Social Impact Bonds

Geen opmerkingen:

Een reactie posten