Met enige regelmaat vragen wij in onze opleidingen aan studenten om te reflecteren op het een of andere profiel, om hun competentieontwikkeling af te meten aan zo’n profiel of om hun handelen langs de lat van de beroepscode te leggen. Bij een Academie als de onze, waar de meeste studiehandleidingen en opdrachten bij MWD en SPH identiek zijn, levert dat al gauw verwarring op. Daarom voor iedereen de belangrijkste informatie nog eens op een rij.
Beroepsprofielen
Bron: http://www.africanimmigrant.ca/?p=454 |
Er zijn ook beroepsprofielen die meer op een bepaalde sector
zijn toegesneden, zoals het beroepsprofiel jeugdzorgwerker (ontwikkeld door het werkveld, in samenspraak
met de opleidingen) of
competentieprofielen die zich richten op een specifieke functie op een bepaald
functieniveau. Deze profielen zijn vaak
ontwikkeld door of namens werkgevers- of brancheorganisaties. Zo kent de
Vereniging Gehandicaptenzorg Nederland, de VGN, competentieprofielen op
bepaalde niveaus (A t/m D), maar ook toegesneden op hele specifieke
doelgroepen, zoals cliënten met niet-aangeboren hersenletsel. Alle competentieprofielen
van de VGN zijn hier te vinden.
. In de jeugdzorg kent men het
beroepsprofiel jeugdzorgwerker. Dit is
helaas alleen in boekvorm te bestellen, maar op de website van het Nederlands
Jeugdinstituut is wel een uitgebreide brochure te downloaden.
Een ander relevant beroepsprofiel voor MWD en SPH is dat
voor de GGZ-agoog. Voor professionals die werkzaam zijn
in de maatschappelijke ondersteuning (alle sectoren die onder de werking van de
WMO vallen; denk bijvoorbeeld aan grote delen van het AMW) is er de beschrijving
van de competenties MaatschappelijkeOndersteuning in de branche Welzijn en Maatschappelijke Dienstverlening.
Bij deze competentiebeschrijving hoort de Handreiking Maatschappelijke Ondersteuning, die kwaliteitskenmerken
voor de uitvoering van de WMO geeft:
Opleidingsprofielen
http://acdmutual.blogspot.nl/2012/03/1234-uitnodiging-bijeenkomst.html |
Bij de laatste actualisering van de opleidingsprofielen,
rond 2009, zijn de opleidingen in de sociale sector (behalve MWD en SPH waren
dat ook nog Culturele en Maatschappelijke Vorming, Creatieve Therapie,
Pedagogiek en Godsdienstpastoraal Werk) begonnen met zich te bezinnen op de gemeenschappelijke
basis van (het opleiden voor) het sociaal-agogische domein. Dat leidde tot het
kaderdocument Vele takken, één stam. Op basis hiervan zijn de opleidingen vervolgens de afzonderlijke landelijke
profielen gaan actualiseren. Het
opleidingsprofiel MWD en dat van SPH zijn te vinden op
de website van de HBO-raad.
Uitstroomprofielen en specialisaties
Naar aanleiding van een aantal ernstige incidenten in de
Jeugdzorg ontstond in 2007 het idee voor een Actieplan ProfessionaliseringJeugdzorg dat nog datzelfde jaar aan Minister Rouvoet van Jeugd en Gezin werd
overhandigt. Een van de resultaten van dit Actieplan was het hierboven al
genoemde beroepsprofiel Jeugdzorgwerker. Om de aansluiting tussen hbo en
beroepspraktijk te verbeteren werd een landelijk uitstroomprofiel Jeugdzorgwerker van 90 EC ontwikkeld. Hogescholen die een studieroute of een specialisatie onder de naam Jeugdzorg(werker) aanbieden mogen dat alleen doen als ze zich baseren op dit document.
Vervolgens kwamen andere brancheorganisaties in beweging die
wilden dat er voor hun sector ook een specialisatie werd ontwikkeld. Op dit
moment zijn uitstroomprofielen voor de verstandelijk gehandicaptenzorg en de
GGZ-agoog in een vergevorderd stadium van ontwikkeling. Daarnaast biedt een groot aantal hogescholen,
waaronder Saxion, al jaren een landelijk
ontwikkelde minor Werken in Gedwongen Kader (WIGK) aan. Bij deze laatste gaat
het echter om een programma van slechts 30 EC, dat in nauwe samenwerking met
Reclassering Nederland ontwikkeld is. Het verschil tussen al deze
specialisaties en het uitstroomprofiel jeugdzorgwerker is dat alleen deze
laatste leidt tot een civiel effect. Kortgezegd: de andere specialisaties staan
leuk op je CV en geven je ook wel een streepje voor bij het solliciteren. Het bezit
van een diploma-aantekening jeugdzorgwerker is echter ook echt noodzakelijk om je te kunnen
inschrijven in het beroepsregister voor jeugdzorgwerkers. Vanaf 2014 wordt zo’n
inschrijving verplicht, wil je in de jeugdzorg kunnen werken.
Welzijn Nieuwe Stijl
Welzijn Nieuwe Stijl (WNS) is een term die gemunt is door
toenmalige staatssecretaris Jet Bussemaker. Het is de naam van een programma dat gericht is op de verbetering van de
uitvoering van de WMO, in lijn met de visie waar die wet voor staat. WNS is
niet zozeer een beroepsprofiel, maar geeft (door middel van acht bakens)
gemeenten, welzijnsorganisaties,
beroepskrachten, maar ook
cliëntvertegenwoordigers houvast. De
brochure waarin een en ander beknopt uiteen wordt gezet vind je hier. Veel van de elementen van WNS komen terug in de beschrijving van de
competenties Maatschappelijke
Ondersteuning in de branche Welzijn en Maatschappelijke Dienstverlening
Beroepscodes
www.nvmw.nl |
Professionals die zich inschrijven in het beroepsregister
onderwerpen zich aan tuchtrecht, hetzij op basis van de Phorza-code (als ze
zich inschrijven als agoog) of van de NVMW-code (als ze zich als
maatschappelijk werker registreren). Voor jeugdzorgwerkers geldt een aanvullende beroepscode, omdat met name kwesties als geheimhouding en zelfbeschikkingsrecht
van de cliënt in hun beroep soms anders liggen.
De eisen die de beroepscode kunnen soms botsen met de
verwachtingen van een werkgever. Dat kan met name gaan wringen als in een
bepaalde functie zowel maatschappelijk werkers of sociaal-pedagogisch
hulpverleners (dus mensen die onder een van de beroepscodes vallen) als anderen
werkzaam zijn. Daarbij kun je bijvoorbeeld denken aan de reclassering waar
maatschappelijk werkers soms hetzelfde werk doen als hbo-juristen.
Samengevat:
Voor onze Academie zijn er dus twee relevante
opleidingsprofielen. Beide zijn gebaseerd op het Grondslagendocument Vele
Takken, Eén Stam. Onder de paraplu van
die opleidingsprofielen lijken zich nu allerlei uitstroomprofielen te
ontwikkelen.
Beroepsprofielen kunnen opgesteld worden door een
brancheorganisatie of door een beroepsvereniging en beschrijven de competenties
en taken van een vakvolwassen beroepsbeoefenaar. Soms doen ze dat voor een beroep, soms voor
een sector en soms voor een specifieke functie op een bepaald niveau.
Een beroepscode beschrijft de waarden van waaruit een
professional werkt en maakt inzichtelijk wat klanten en de samenleving van
hem/haar kunnen verwachten met name als het gaat om waardegeladen onderwerpen