Sir Michael Marmot |
De dinsdag
had als thema Environmental change and
sustainable social development. Die titel roept associaties op met
ecologie, duurzaamheid en milieu en daar kon ik me, in combinatie met social
work, niet zoveel bij voorstellen. Dat veranderde snel toen Sir Michael Marmot
aan het woord kwam. Zijn lezing was misschien wel de beste van het hele
congres. Sir Michael is hoogleraar in de epidemiologie en openbare
gezondheidszorg aan de universiteit van Londen. Daarnaast is hij voorzitter van
de Commission on Social Determinants of Health van de WHO. In Engeland werd hij
bekend als de voorzitter van de commissie die onderzoek deed naar de oorzaken
van verschillen in gezondheid tussen verschillende bevolkingsgroepen. Deze
commissie, nog onder de regering-Blair ingesteld, publiceerde in 2010 haar
bevindingen onder de titel Fair Society,
Healthy Lives. Strategic Review of Health Inequalities in Engeland post-2010. Dit
rapport zou op de boekenlijst moeten staan van
onze master Health Care & Social Work. Het legt de verbinding tussen social
work en gezondheid(szorg). Het legitimeert waarom de overheid zou moeten
investeren in een rechtvaardiger samenleving en – tot op zekere hoogte - wat social work daaraan zou kunnen bijdragen. Zie voor meer informatie http://www.instituteofhealthequity.org/
De titel van het rapport zegt eigenlijk alles. Als we
fairness centraal stellen in onze politiek wordt eenieders gezondheid beter.
Alleen weten politici zelfs een begrip als fairness te corrumperen. Als David
Cameron de banken steunt en bezuinigt op de uitkeringen van ouderen noemt hij
dat fairness. Echte fairness betekent in relatie tot gezondheid dat je geen
vermijdbare verschillen in gezondheid toestaat. Verschillen in gezondheid zijn
voor het overgrote deel het gevolg van sociale ongelijkheid. Dat betekent dat
er actie op alle determinanten van gezondheid (de oorzaken van de oorzaken van
gezondheidsverschillen) nodig is. De gezondheidszorg alleen kan namelijk de
oorzaken van verschillen in gezondheid niet aanpakken. Het onderzoek van de commissie-Marmot ging uit van een “life course approach”. Dat wil zeggen dat ze aannemen dat verschillen in levensomstandigheden en in maatschappelijke positie vanaf de geboorte op het individu inwerken en in de loop van het leven een cumulatief effect hebben. Iemand die in ongunstige omstandigheden geboren wordt begint al met een achterstand en heeft daardoor ook later in zijn leven meer kans om met negatieve invloeden op zijn gezondheid te maken te krijgen. Voor iemand die in gunstige omstandigheden geboren wordt geldt het omgekeerde. Natuurlijk zijn er ook uitzonderingen maar over grote groepen gezien gaat deze regel wel op.
Het verschil doet zich al merken in de eerste levensjaren.
Daarbij kun je denken aan de steun die een kind vanuit zijn gezin ondervindt.
De levensverwachting van een jongetje dat nu geboren wordt in Engeland is voor
de hoogste inkomensklasse 95 jaar; voor de laagste 77. Een verschil van 18 jaar
dus. Op driejarige leeftijd zijn er al enorme verschillen als het gaat om
schoolrijpheid, woordenschat en gedragsproblemen. Maar daarbij moet je dan ook
bedenken dat van de driejarigen in de laagste inkomensklasse slechts 40%
dagelijks voorgelezen wordt. Van hun collega’s in de hoogste sociaaleconomische
klasse wordt 80% dagelijks voorgelezen. In de laagste inkomensklasse ontkent
20% van de ouders dat het belangrijk is om een kind te knuffelen. Stel je voor,
je bent drie jaar en je ouders knuffelen je niet!
Verderop in het leven blijven de verschillen zich
opstapelen. Op school doen kinderen uit de hoogste sociale klassen heel andere
ervaringen op dan kinderen uit lagere sociale klassen, zeker in Engeland met
zijn verschil tussen privéscholen en openbare scholen. Ook tussen landen
onderling zijn er grote verschillen. Als het gaat om welbevinden scoren
Nederlandse kinderen het hoogst, samen met Scandinavische kinderen. Kinderen
uit de UK scoren laag, net als Belgische kinderen.
Vervolgens blijven de verschillen als jongeren aan het werk
gaan. Uit onderzoek dat in Liverpool gedaan werd blijkt dat jongeren die in de
jaren ’80 na het behalen van hun diploma werkloos werden voor het overgrote
deel nooit meer aan het werk gekomen zijn. En wat meer is: de mortaliteit bleek
20% hoger te zijn bij de groep die in de jaren ’80 zonder werk van school kwam
dan bij de groep die wel werk had. Als we bedenken dat in Europa 1 op de 5
jongeren onder de 25 jaar werkloos is betekent dat dat we alles moeten doen om
te voorkomen dat er weer zo’n verloren generatie ontstaat. In Engeland zegt de
minister van Financiën echter dat als de bezuinigingen leiden tot meer
werklozen dat de prijs is die we er dan maar voor over moeten hebben om de
begroting weer in evenwicht te krijgen. In feite zegt hij daarmee dat we maar
enkele duizenden levens moet opofferen om het begrotingstekort weg te werken.
Marmot haalde onderzoek aan waaruit bleek dat een stijging van de werkloosheid
met 1% leidt tot:
-
0,8% toename in suïcides
- 0,8% toename in het aantal
moorden
Het hebben van werk biedt echter ook geen garantie voor
gezondheid. Binnen de categorie werkenden doet zich een significant grotere
mortaliteit voor:
-
bij mensen die een gebrek
aan evenwicht ervaren tussen de inspanning die ze leveren en de beloning
die ze krijgen
- bij mensen die geen
controle kunnen uitoefenen over hun werk (bijvoorbeeld doordat ze aan de
lopende band staan)
Gezondheidsverschillen zijn niet onvermijdelijk of
onveranderbaar. Het gaat om gedragsmatige oorzaken die op hun beurt veroorzaakt
worden door sociaaleconomische verschillen:
- drugsgebruik
- alcoholgebruik
- suicide
- ongelukken en moord
- longkanker
De opdracht van Social Work is om de omstandigheden te
veranderen waar mensen in leven, maar ook om ze controle te geven over hun
leven. Want meer controle (in de zin van zelfregie) leidt tot betere
gezondheid.
De lezing die daarop volgde, van Cindy Blackstock, was om
een andere reden heel bijzonder. Blackstock had de dictie van een
vakbondsleider uit de jaren ’70. Het was alsof ze verwachtte dat we allemaal subiet
de zaal uit zouden lopen om in actie te komen. Voor de ouderen onder ons: denk
aan Jaap van der Scheur in het kwadraat. Blackstock is Associate Professor aan
de Universiteit van Alberta, Canada en daarnaast directeur van de First Nations
Child and Family Caring Society of Canada. Haar lezing ging over First Nations and the Responsibility of Environment.
Eerst wist ik niet wat er met First Nations bedoeld werd, maar al snel
werd me duidelijk dat die term verwees naar wie in het Engels “indigenous
people” heten: de oorspronkelijke
bewoners van in dit geval Canada.
Wereldwijd zijn er 370 miljoen van deze indigenous people, verspreid
over 70 landen.
Cindy Blackstock |
Blackstock begon met te verwijzen naar de Declaration on the
Rights of Indigenous Peoples, die in 2007 aangenomen werd door de algemene
vergadering van de VN. Erkende voorvechters van mensenrechten als de VS,
Canada, Australië en Nieuw-Zeeland tekenden de verklaring niet, al is Australië
later bijgedraaid en heeft president Obama beloofd de verklaring alsnog te
zullen tekenen.
In Canada leven nog steeds veel van de oorspronkelijke
bewoners in tenten, in een omgeving waar het ’s winters 40 graden kan vriezen. Zij hebben minder toegang tot voorzieningen en
als die voorzieningen (zoals scholen) er al zijn, krijgen ze minder geld, twee-
tot drieduizend dollar per leerling per jaar. Shannen Koostachin (1995-2010)
was een First Nation-meisje dat in zo’n reservaat leefde en een
ondergesubsidieerde school bezocht. Haar school bleek bovendien op een gifbelt
te staan. Nadat de bewoners 20 jaar lang gevochten hadden om erkend te krijgen
dat de grond vergiftigd was, stelde een onafhankelijke commissie vast dat dat
inderdaad het geval was. De grond was zo verontreinigd dat zelfs de boeken en
potloden vergiftigd waren. Toch werden er na afbraak van het gebouw gewoon weer
portacabins op het speelplein geplaatst. Ze startte een actie “Shannen’s Dream"
waarin ze kinderen in het hele land vroeg om brieven te schrijven naar hun
parlementslid om te vragen om goed onderwijs voor ieder kind. Voor een korte
documentaire over de actie zie Youtube. Een van die kinderen, Clara, stuurde een brief naar premier Harper waarin ze
vroeg om beter onderwijs voor indigenous kinderen. Ze kreeg een envelop terug
met een gesigneerde foto van de premier.
Daarop besloot ze een foto te maken van haar klas. Alle klasgenoten
signeerden hem en ze stuurden hem terug naar de premier met het verzoek om de
brief van Clara te beantwoorden. Toen de actie niet hielp reisde Shannon op haar 13e honderden kilometers naar het zuiden om een betere school te bezoeken. Daarnaast besloot ze de minister van Indiaanse Zaken te bezoeken in Ottawa. Het gesprek haalde niets uit, maar ze bleef strijden voor beter onderwijs, tot ze in 2010 bij een verkeersongeluk om het leven kwam. Andere kinderen richtten een Facebookpagina op en voerden actie voor de deuren van het parlement. Uiteindelijk leidde dit tot de “Iam a witness”-beweging die een klacht tegen de regering indiende op grond van rassendiscriminatie in de vorm van ongelijke voorzieningen voor kinderen. Deze klacht is nog niet behandeld, maar het bezwaar van de regering tegen het in behandeling nemen van de klacht is wel verworpen. Een 11-jarige jongen, Wesley Prankard, was zo onder de indruk van het verhaal van Shannen dat hij 90.000 dollar bijeenbracht voor speelterreinen voor kinderen in de Northern Territories.
Shannen Koostachin |
Het verhaal van
Blackstock is een mooi voorbeeld van hoe mensen, zelfs jonge kinderen,
gemobiliseerd kunnen worden en zichzelf kunnen mobiliseren om in actie te komen
voor verbetering van hun situatie. Ook
dat is een vorm van social work, die we in Nederland niet al te vaak zien.
De laatste plenaire lezing was van Fred
Besthorn, Associate Professor Social
Work aan Wichita State University. Het was een aanfluiting, meer kan ik er niet
van zeggen. Besthorn leek het erg met zichzelf getroffen te hebben en deelde
allerlei weetjes uit zijn privé-leven met ons. Verder had zijn lezing een hoog
Prinses Irene-gehalte. Hij ging over koeien als contemplatieve wezens en nog
veel meer waarvan mij de relevantie voor social work ontging. Voor wie het met
eigen ogen wil zien: http://swsd2012.creo.tv/tuesday/fred_h_besthorn/d3p4-fred_h_besthorn
. Don’t say I didn’t warn you!
Geen opmerkingen:
Een reactie posten