Totaal aantal pageviews

dinsdag 22 februari 2011

Steven Pinker: wat taal over ons onthult

Ik ben een enorme fan van de RSA Animates. De RSA – ik noemde haar al eens in een eerder artikel – is de Royal Society for the Encouragement of Arts, Manufactures and Commerce, een eerbiedwaardig Brits gezelschap dat zich al sinds 1754 bezighoudt met wat de naam zegt: het bevorderen van kunst, nijverheid en handel. Beroemde leden waren of zijn: Benjamin Franklin, Charles Dickens, Alexander Graham Bell, Karl Marx, Stephen Hawking, Nelson Mandela en niet te vergeten Peter Ustinov.

De RSA Animates geven een samenvatting van een lezing, die meestal in zijn geheel ook op de RSA website te zien is. Soms hoor je dat er in geknipt is, maar over het algemeen verlopen de overgangen heel vloeiend. Het bijzondere is echter dat ze ondersteund worden door technisch razend knappe animaties, die perfect parallel lopen met het verhaal van de spreker. Door de ondersteunende animatie blijft de lezing veel beter hangen. Bovendien is het niet erg als je eens een keer een Engels woord niet verstaat, omdat je uit de tekening wel kunt afleiden wat er bedoeld wordt.

Helaas verschijnen er niet zo vaak nieuwe Animates. Ik kan me echter voorstellen dat het een enorme klus is om ze te maken. In het nieuwste filmpje horen we Steven Pinker, een taalkundige en psycholoog die doceert aan Harvard University.  Pinker is vooral bekend vanwege zijn theorie dat taal een instinct is, een biologische adaptatie, gevormd door natuurlijke selectie, en geen bijproduct van de menselijke intelligentie.


Via taal, aldus Pinker, brengen we feitelijke boodschappen over én onderhandelen we tegelijkertijd over het type relatie dat we met de ander aan willen gaan. Dat is het bekende onderscheid tussen inhouds- en betrekkingsniveau. De antropoloog Alan Fiske onderscheidt in alle culturen wereldwijd drie typen relaties;
  • relaties die gekenmerkt worden door dominantie
  • relaties waarin gemeenschappelijkheid en verbondenheid centraal staan
  • relaties waarin wederkerigheid centraal staat: ik doe iets voor jou, als jij iets voor mij doet.
In de eerste twee typen herkennen we de assen uit de Roos van Leary: boven-onder en samen-tegen. 

Interessant en erg actueel is het laatste deel van de lezing, als Pinker ingaat op de vraag waarom we vaak verhullende taal gebruiken terwijl we er zeker van zijn dat de ander wel begrijpt wat we bedoelen. “Goa’j met brommers kiek’n? – Ga je mee brommers kijken?” is in Twente een bekend voorbeeld. Pinker verklaart dit met het begrip mutual knowledge. Als A aan B vraagt of ze mee naar buiten gaat om scooters te bekijken weten ze allebei wat er bedoeld wordt. Als A aan B vraagt of ze mee gaat om een potje te zoenen weten ze allebei wat er bedoeld wordt maar weten ze ook van elkaar dat ze dat weten. Daarmee verandert hun relatie, of B nu op het voorstel ingaat of niet. Verhullend taalgebruik maakt het mogelijk om te doen alsof er niets veranderd is.

En nu even een heel vreemde gedachtensprong: dat is ook, zegt Pinker, waarom revoluties zo vaak op pleinen beginnen of in ieder geval op plekken waar grote mensenmassa’s bij elkaar zijn. Mensen hebben een hekel aan Mubarak of aan Khadaffi, maar als ze bij elkaar komen om te demonstreren, bijvoorbeeld op het Tahrirplein,  weten ze het opeens ook van elkaar. Dan is er geen houden meer aan. Je kunt niet meer doen alsof er niets aan de hand is. Daardoor ontstaat een kracht die al veel  regimes aan het wankelen heeft gebracht.


Bekijk hieronder de RSA Animate (ca. 11 minuten)

Geen opmerkingen:

Een reactie posten